Actualisering beleidsbesluit schenk- en erfbelasting: duidelijkheid omtrent o.a. waardering bij verkoop woning tegen kwijtschelding van de koopsom.
Staatssecretaris Van Rij van Financiën heeft onlangs het beleidsbesluit inzake waardering in de schenk- en erfbelasting op een aantal punten aangepast. Dit beleidsbesluit vervangt het besluit van 25 april 2015 en is op 25 juni jl. in werking getreden.
Nieuw in het besluit is onder meer dat er door de staatssecretaris duidelijkheid wordt gegeven in de situatie dat een woning wordt verkocht tegen schuld, gevolgd door (gedeeltelijke) kwijtschelding van de koopsom. Woningen worden voor de erf- en schenkbelasting verplicht gewaardeerd op WOZ-waarde. In de praktijk was vaak onduidelijk in hoeverre de kwijtschelding als object van schenking bezien kan worden en dus of kon worden aangesloten bij de WOZ-waarde (danwel de waarde in het economisch verkeer). De staatssecretaris heeft nu aangegeven dat als de kwijtschelding 90% of meer van de waarde in het economische verkeer van de woning betreft, als object van schenking de woning in aanmerking wordt genomen en niet de kwijtschelding. In dat geval wordt dus de WOZ-waarde als uitgangspunt genomen. Als de kwijtschelding minder dan 90% van de waarde in het economische verkeer is, wordt aangesloten bij de kwijtschelding als object van schenking.
Verder is in het besluit duidelijkheid gegeven over de waardering ingeval in een testament een legaat van een woning tegen inbreng van de waarde daarvan in de nalatenschap is opgenomen. De verplichte waardering op WOZ-waarde ziet in die gevallen ook op de tegenover de woning staande inbrengverplichting van de legataris.
Ten slotte wordt duidelijkheid gegeven over de gevolgen voor de erfbelasting van renteafspraken tussen erfgenamen in gevallen waarbij sprake is van een quasi-wettelijke verdeling. Deze figuur wordt doorgaans in testamenten opgenomen omdat een eventuele ongedaanmaking van de wettelijke verdeling binnen slechts 3 maanden na overlijden moet plaatsvinden.