Op verzoek van het kabinet heeft het Centraal Planbureau (CPB) de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de schenk- en erfbelasting geëvalueerd. Het CPB concludeert dat de BOR niet doelmatig is, waardoor versobering of afschaffing van deze fiscale faciliteit dichterbij lijkt te komen.
Fiscale faciliteiten bij een bedrijfsoverdracht
De BOR in de schenk- en erfbelasting en de doorschuifregelingen in de inkomstenbelasting maken het mogelijk om een onderneming fiscaal voordelig over te dragen naar de volgende generatie. Door toepassing van de BOR bij schenking of vererving van ondernemingsvermogen worden de verkrijgers onder voorwaarden (gedeeltelijk) vrijgesteld van schenk- en erfbelasting. Daarnaast wordt bij de overdracht van ondernemingsvermogen inkomstenbelasting geheven bij de overdrager. Onder voorwaarden mag de overdrager deze heffing (belastingclaim) doorschuiven naar de verkrijger.
Evaluatie CPB
De BOR en de doorschuifregelingen zijn ingevoerd om te voorkomen dat de belastingheffing ten tijde van een bedrijfsoverdracht een belemmering vormt voor de continuïteit van de onderneming. Het CPB heeft beide regelingen geëvalueerd. Hieruit blijkt dat bij circa driekwart van de bedrijfsoverdrachten voldoende vrije middelen beschikbaar zijn voor het voldoen van de belastingschulden. Het CPB stelt dat in de meeste gevallen een (verruimde) betalingsregeling zou volstaan. De noodzakelijkheid voor de BOR ontbreekt daardoor, zo luidt de conclusie. Bij de doorschuifregeling gaat het, anders dan bij de BOR, om een uitstelregeling in plaats van om een afstelregeling. Dat maakt de doorschuifregeling in de ogen van het CPB doelmatiger dan de BOR.
Toekomst BOR
Op de BOR klinkt al langer kritiek vanuit verschillende hoeken. De uitkomst van deze evaluatie lijkt een stap verder in de richting voor het afschaffen of versoberen van de BOR. Of en in hoeverre afschaffing of versobering daadwerkelijk plaatsvindt blijft afwachten. Het is niet ondenkbaar dat de plannen hieromtrent komende Prinsjesdag bekend worden gemaakt.