Afgelopen juni schreven wij over het initiatiefwetsvoorstel van GroenLinks en PvdA, waarin is voorgesteld een aantal wetswijzigingen door te voeren die met name de directeur-grootaandeelhouder raken. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State is op 13 oktober jl. een gewijzigd voorstel ingediend.
Het wetsvoorstel is gericht op het versoberen of afschaffen van regels die naar de mening van Groen Links en PvdA belastingarbitrage faciliteren via box 2 in de inkomstenbelasting. Het gewijzigde wetsvoorstel kent vijf onderdelen, waarvan de meeste ongewijzigd zijn gebleven ten opzichte van het eerder ingediende voorstel. De voorgestelde maatregelen luiden als volgt:
- De doelmatigheidsmarge van de gebruikelijkloonregeling moet worden afgeschaft. Momenteel bedraagt deze doelmatigheidsmarge 25%. Het afschaffen van de doelmatigheidsmarge is ook opgenomen in het Belastingplan 2023.
- De doorschuifregeling in de inkomstenbelasting moet worden afgeschaft voor vererving en schenking van aanmerkelijk belang aandelen.
- Verhuurd vastgoed moet standaard worden aangemerkt als beleggingsvermogen voor de doorschuifregeling en bedrijfsopvolgingsregeling. Hierdoor staat buiten twijfel dat het vermogen bestaande uit verhuurd vastgoed niet onder de faciliteiten valt.
- Het minimale belang om in aanmerking te komen voor de bedrijfsopvolgingsregeling dient te worden verhoogd. Om in aanmerking te komen voor de bedrijfsopvolgingsregeling dient het aandelenbelang minimaal 25% te bedragen. Naar huidig recht volstaat een belang van 5%.
- De bedrijfsopvolgingsregeling moet worden versoberd. Voorgesteld wordt om de vrijstelling te maximeren tot 25% van het ondernemingsvermogen met een absoluut maximum van € 1.000.000.
Wat opvalt is dat het voorgestelde progressieve tarief in box 2 van de inkomstenbelasting is geschrapt. In het eerste voorstel uit juni werd voorgesteld om een tweeschijvenstelsel in te voeren met een basistarief van 26% tot een bedrag van € 58.989 en een verhoogd tarief van 40,59%. De indieners van het voorstel volgen het advies van de Raad van State. Uit het advies volgt dat een tweeschijvenstelsel het oppotten van winsten in de vennootschap in de hand werkt. Daarentegen wordt in het Belastingplan 2023 juist wel voorgesteld om vanaf 2024 een tweeschijvenstelsel in te voeren in box 2. Dit tweeschijvenstelsel is een stuk minder rigoureus dan het stelsel volgens het initiatiefwetsvoorstel. Uit het Belastingplan 2023 volgt een eerste schijf in box 2 tot € 67.000 met een tarief van 24,5% en een tarief van 31% over het meerdere.
Het is twijfelachtig of het wetsvoorstel steun krijgt vanuit de coalitiepartijen. Mocht het wetsvoorstel worden aangenomen, dan zou de wet per 1 januari 2023 in werking treden.