Vanaf 27 september 2020 moeten veel organisaties hun UBO’s inschrijven in het UBO-register dat wordt gefaciliteerd door de Kamer van Koophandel (KvK). Wat is een UBO? Voor welke organisaties geldt deze verplichting en welke gegevens worden er dan vastgelegd? Wij zetten het hier voor u uiteen.
Registreer op tijd
Rechtspersonen en personenvennootschappen die op of na 27 september 2020 worden opgericht, moeten meteen bij de inschrijving in het Handelsregister de UBO’s aanmelden bij de KvK. Entiteiten die vóór 27 september 2020 zijn opgericht hebben achttien maanden de tijd om de UBO’s kosteloos aan te melden bij de KvK.
Let op: niet op tijd melden is een economisch delict.
Wat is een UBO?
Een UBO is een ‘ultimate beneficial owner’ of uiteindelijk belanghebbende. Een UBO is altijd een natuurlijk persoon. Kort samengevat is de UBO de natuurlijke persoon die direct of indirect een belang heeft van meer dan 25% in het kapitaal of vermogen van een vennootschap of andere rechtspersoon of meer dan 25% van de stemrechten kan uitoefenen.
Als geen natuurlijke persoon op grond van uiteindelijk eigendom of zeggenschap kwalificeert als uiteindelijk belanghebbende, dan dient elke bestuurder in de zin van artikel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zijnde het gehele statutair bestuur te worden geregistreerd in het register. In dat geval worden zij dus enkel geregistreerd vanwege hun functie, en niet op basis van uiteindelijk eigendom.
Welke organisaties moeten hun UBO’s inschrijven?
Organisaties met de volgende rechtsvormen zijn verplicht hun UBO’s in te schrijven:
- (niet-beursgenoteerde) besloten en naamloze vennootschappen;
- stichtingen;
- verenigingen:
- met volledige rechtsbevoegdheid;
- met beperkte rechtsbevoegdheid maar met onderneming;
- onderlinge waarborgmaatschappijen;
- coöperaties;
- personenvennootschappen: maatschappen, vennootschappen onder firma en commanditaire vennootschappen;
- rederijen;
- Europese naamloze vennootschappen (SE);
- Europese coöperatieve vennootschappen (SCE);
- Europese economische samenwerkingsverbanden die volgens hun statuten hun zetel in Nederland hebben (EESV).
Kerkgenootschappen moeten ook UBO’s gaan inschrijven. Het is nog onbekend wanneer dit mogelijk is. Zodra dit bekend is, worden de kerkgenootschappen hierover geïnformeerd door de KvK.
Welke organisaties hebben geen opgaveplicht?
Organisaties met de volgende rechtsvormen hebben geen opgaveplicht:
- eenmanszaken;
- beursgenoteerde besloten en naamloze vennootschappen;
- 100% dochters van beursgenoteerde vennootschappen;
- verenigingen van eigenaren;
- rechtspersonen in oprichting;
- verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid die geen onderneming drijven;
- publiekrechtelijke rechtspersonen;
- overige privaatrechtelijke rechtspersonen, waaronder historische rechtspersonen (zoals gilden en hofjes).
Buitenlandse rechtspersonen (zoals een Ltd of GmbH), al dan niet (feitelijk) in Nederland gevestigd, hebben geen registratieplicht in Nederland. Buitenlandse rechtspersonen moeten hun UBO’s inschrijven in het land van oprichting, mits dat land een UBO-register kent.
Welke gegevens worden opgenomen?
De te verstrekken gegevens van de UBO’s bestaan uit gegevens die voor eenieder toegankelijk zijn en uit gegevens die voor een beperkte groep toegankelijk zijn.
Een ieder krijgt, tegen betaling, toegang tot de volgende gegevens van een UBO:
- naam;
- geboortemaand;
- geboortejaar;
- nationaliteit;
- woonstaat;
- aard en omvang van het door de uiteindelijk begunstigde gehouden economische belang. Het belang wordt uitgedrukt in bandbreedtes van bepaalde percentages (te weten 25%-50%, 50%-75% en 75%-100%). Er zullen geen geldbedragen genoemd worden.
Bepaalde autoriteiten met geheimhoudingsverplichting en de Finance Intelligence Unit Nederland (FIU-NL) kunnen daarnaast ook de volgende gegevens van een UBO opvragen:
- geboortedag, -plaats en -land;
- adres;
- indien van toepassing, Burgerservicenummer of een buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN) alsmede informatie waaruit blijkt vanuit welk land het nummer is verstrekt;
- afschrift van documentatie op grond waarvan de identiteit van de UBO is geverifieerd;
- afschrift van documentatie waarmee wordt onderbouwd waarom een persoon de status van UBO heeft en waarmee de aard en omvang van dat belang wordt aangetoond.
UBO’s kunnen een verzoek tot afscherming indienen maar alleen voor de eerste vijf openbare gegevens, dus niet voor de aard en omvang van het economische belang dat door de UBO wordt aangehouden. Er zijn twee limitatieve gronden voor afscherming:
- minderjarigheid (personen tot 18 jaar) en handelingsonbekwaamheid (personen die onder bewind staan of onder curatele zijn gesteld); en
- onevenredig risico, risico op fraude, ontvoering, chantage en dergelijke. Op deze tweede grond kan alleen een geslaagd beroep gedaan worden als de UBO op specifieke politiebeschermingslijsten staat vermeld.
Afscherming heeft overigens geen invloed op de verplichting tot registratie.
De FIU, de bevoegde autoriteiten en aangewezen poortwachters behouden bij afscherming wel toegang tot de afgeschermde gegevens.