De Tweede Kamer wil dat het kabinet onderzoekt hoe de privacy van aandeelhouders in het UBO-register beter beschermd kan worden. Een motie met die strekking is op 26 oktober 2021 door de Tweede Kamer aangenomen.
UBO-register
Sinds 27 september 2020 zijn bestaande entiteiten zoals vennootschappen en stichtingen verplicht om hun uiteindelijke belanghebbende vóór 27 maart 2022 te registreren in het UBO-register. Entiteiten opgericht na 27 september 2020 dienen hun UBO’s bij de oprichting te registreren.
UBO’s zijn de natuurlijke personen die eigenaar zijn of zeggenschap hebben over een entiteit. Kort samengevat is de UBO de natuurlijke persoon die direct of indirect een belang heeft van meer dan 25% in het kapitaal of vermogen van een entiteit, of meer dan 25% van de stemrechten kan uitoefenen in een entiteit. Door de inschrijving in het UBO-register wordt bepaalde informatie van de UBO openbaar. Het gaat hierbij om de voor- en achternaam, geboortemaand en -jaar, nationaliteit, woonland en de aard en omvang van het belang in de entiteit.
Motie
Al sinds de bekendmaking van de plannen voor het UBO-register is er kritiek over de waarborging van de privacy van de UBO in het UBO-register. De Tweede Kamer heeft op 26 oktober 2021 een motie aangenomen waarin het kabinet wordt opgeroepen om te onderzoeken hoe de bescherming van de privacy in het UBO-register verbeterd kan worden. Hoe die extra bescherming eruit zou moeten zien, is nog onduidelijk. De verdere voortgang houden wij vanzelfsprekend nauwgezet in de gaten en uiteraard zullen wij u informeren over eventuele nieuwe ontwikkelingen.