Minister Kaag van Financiën heeft antwoord gegeven op vragen die de Tweede Kamer aan haar had gesteld over het UBO-register. Deze vragen waren gesteld naar aanleiding van haar brief van 14 april 2022 aan de Tweede Kamer over de stand van zaken met betrekking tot dit register. Uit de antwoorden blijkt onder meer, dat het UBO-begrip verder zal worden aangescherpt.
De antwoorden van de Minister op de vragen die door meerdere fracties aan haar zijn gesteld, hebben betrekking op verschillende onderwerpen in het kader van witwassen en fraudebestrijding. We vermelden enkele antwoorden die over het UBO-register gaan.
Verschillende UBO-begrippen
Opgemerkt wordt, dat er indicaties zijn dat de Kamer van Koophandel (KvK) en financiële instellingen verschillende definities hanteren van het UBO-begrip. De Minister antwoordt hierop, dat de UBO-definitie wettelijk is vastgesteld. Daarbij is het van belang dat meldingsplichtige instellingen verplicht zijn om discrepanties tussen het eigen cliëntonderzoek en het UBO-register te melden bij de KvK. Bij ontvankelijkheid wordt die discrepantie nader onderzocht door de Kamer van Koophandel en eventueel door Bureau Economische Handhaving (BEH).
Verbetering effectiviteit wetgeving
Verder heeft de Minister verschillende onderzoeken laten verrichten naar de effectiviteit van de aanpak van witwassen en fraudebestrijding. Hieruit is gebleken dat er verdere verbeteringen mogelijk zijn. Na deze zomer verwacht de Minister hierover een reactie te kunnen geven. In deze reactie zal ook aandacht worden besteed aan de voortgang van de nog openstaande maatregelen uit het plan van aanpak witwassen.
Uit de berichtgeving valt niet op te maken of deze verbeteringen impact zullen hebben op de huidige UBO-wetgeving, bijvoorbeeld op het ‘vanaf’-criterium van 25%.
Aanscherping UBO-begrip
Wel blijkt uit de antwoorden, dat op Europees niveau momenteel wordt onderhandeld over een nieuw pakket anti-witwasregelgeving. Eén van de onderdelen behelst de verdere aanscherping en uitwerking van het UBO-begrip.
Handhaving
Na het verstrijken van de deadline voor UBO-registratie op 27 maart 2022 is BEH gestart met de handhaving op de naleving van de registratieplicht in het UBO-register. De handhaving wordt deels risicogebaseerd en deels steekproefsgewijs ingezet. In afwachting van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de privacyaspecten van het UBO-register, is de steekproefsgewijze handhaving ter uitvoering van de motie Heinen en Van Dijk opgeschort.
We houden de verdere berichtgeving nauwlettend voor u in de gaten en zullen eventuele ontwikkelingen uiteraard direct melden.