Vandaag, vrijdag 20 mei, heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in twee zaken over de gevolgen van het Kerstarrest. In dat arrest oordeelde de Hoge Raad dat het box 3-regime in 2017 en 2018 op stelselniveau in strijd is met het eigendomsrecht en het gelijkheidsbeginsel. Als gevolg hiervan moet aan de bezwaarmakers op rechtsherstel gerichte compensatie worden geboden. Dit oordeel werkt ook door naar latere jaren. Het kabinet heeft inmiddels besloten dat rechtsherstel open staat voor de jaren 2017 en later, maar wordt in eerste instantie alleen toegepast op de bezwaarmakers en op de belastingplichtigen waarvan de aanslagen nog niet onherroepelijk vaststaan. De vraag staat daardoor nog open of belastingplichtigen die te laat of geen bezwaar hebben gemaakt óók in aanmerking komen voor rechtsherstel.
In één van de twee zaken ging het om een belastingplichtige die te laat bezwaar heeft gemaakt tegen de box 3-heffing. De termijnen om bezwaar of beroep tegen de aanslag aan te tekenen waren verstreken, waardoor de aanslag onherroepelijk vaststond. Het bezwaar werd dan ook door de inspecteur niet ontvankelijk verklaard en daardoor niet in behandeling genomen. Het bezwaar werd daarna aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering. De inspecteur heeft vervolgens het verzoek om ambtshalve vermindering afgewezen.
Als een aanslag die onherroepelijk vaststaat op een te hoog bedrag is vastgesteld dan mag de inspecteur onder voorwaarden de aanslag alsnog ambtshalve verminderen. De voorwaarden zijn onder andere dat de onjuistheid van de aanslag niet voortvloeit uit jurisprudentie die pas is gewezen nadat de aanslag onherroepelijk vast is komen te staan, en de Minister van Financiën ook niet anders heeft bepaald. Als de inspecteur een verzoek om ambtshalve vermindering afwijst, dan kan de belastingplichtige daartegen bezwaar en beroep instellen.
In de cassatieprocedure van vandaag werd de vraag voorgelegd of de afwijzing door de inspecteur terecht is. De Hoge Raad is met de inspecteur van oordeel dat het verzoek van de belastingplichtige om ambtshalve vermindering niet aan de gestelde voorwaarden voldoet. De onjuistheid van de opgelegde aanslagen vloeit namelijk voort uit het box 3-arrest van 24 december 2021 en toen stond de aanslag al onherroepelijk vast.
Op dit moment hebben belastingplichtigen die geen of te laat bezwaar hebben gemaakt dus geen recht op compensatie. Dit kan alleen nog anders worden als de Minister van Financiën beslist dat het rechtsherstel voor iedereen moet openstaan. Vooralsnog is hierover geen beslissing genomen. Wij informeren u uiteraard zodra er meer bekend is.